Herkomst
De Egelboterbloem is inheems in Nederland en groeit in vochtige weiden, in moerassige gebieden of de waterkant.
Je kunt deze vochtminnende plant met name vinden in duinvalleien en aan de rand van vennen.
Kenmerken
De gele bloem lijkt veel op die van de gewone Boterbloem, maar blijft iets kleiner.
Het blad is lancetvormig en de liggende, holle stengel vormt al snel wortels, zodat deze moerasplant zich makkelijk uitbreidt.
Na de bloei ontstaan zaaddozen in een bolvorm met stekelige uitsteeksels.
Vandaar de naam Egelboterbloem.
De bloeitijd is heel lang, van juni tot november, maar hiervoor is wel een zonnige standplaats nodig. De hoogte is maximaal 45 cm.
Deze sterke water- en moerasplant heeft de hele zomer en herfst vrolijke gele bloemen.
Verzorging
Deze vaste plant hoort bij de familie van de Ranonkels, waar ook de Anemoon toe behoort.
Het zijn allemaal giftige planten, die een bittere smaak hebben en daardoor niet door dieren gegeten worden.
Het voordeel daarvan is dat de plant niet aantast wordt door rupsen, luizen of andere belagers.
Zet de plant bij voorkeur in een vijvermand en haal het teveel aan scheuten regelmatig weg, zodat hij niet gaat woekeren.
In de winter sterft het groene blad af, maar in het voorjaar loopt dit weer uit.
Vlak voor het uitlopen kan het oude bruine blad worden weggehaald, zodat dit nog wat bescherming geeft bij vorst.