Herkomst
De Watermunt komt van nature voor in Europa, het noorden van Amerika, en delen van Azië, Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland.
Deze plant is langs de Nederlandse sloten en plassen als oeverplant te vinden, maar staat ook op andere vochtige plaatsen.
Kenmerken
De groene bladeren van deze vaste plant geuren naar pepermunt en kunnen gebruikt worden om kruidenthee van te zetten.
De lilaroze lipbloemen zitten in bolvormen aan de stengels, die 30-90 cm lang kunnen worden.
De bloei is van juni tot eind oktober en in deze periode worden vlinders, bijen en hommels hier naartoe gelokt.
Deze moerasplant groeit zowel in de zon als lichte schaduw; hoe meer zon, des te meer bloemen er zullen ontstaan.
Deze sterke plant vermeerderd zich makkelijk met wortelstokken en kruipende stengels en verspreidt zich zo tussen andere planten door.
Mooi in combinatie met rietachtige bladeren zoals van Lissen.
Munt wordt van oudsher veel gebruikt in de natuurgeneeskunde tegen vele kwalen, zoals bij verkoudheid en spijsverteringsproblemen.
Verzorging
Vanwege de uitbreidingsdrang van deze moerasplant is een kleine vijver niet geschikt.
Sluit de wortels op in een vijvermand met wat armere grond en haal de stengels die daarbuiten groeien regelmatig weg om uitbreiding te beperken.
Vermeerdering is eenvoudig door de stengels met wortels af te knippen of de wortelkluit te delen.
Als de uitgebloeide bloemen niet worden weggehaald ontstaan er zaden, die makkelijk ontkiemen.
In de winter sterft de plant boven de grond af, maar de wortelstokken zijn goed bestand tegen vorst en lopen in het voorjaar weer uit.
Bladeren die gedurende de winter in de vijver liggen kunnen beter worden weggehaald, om rotting te voorkomen.